Soms lijken sommige plekken in de piste wel magnetisch. Je paard trekt er altijd naartoe, je raakt er niet voorbij. Het maakt sturen lastig en ook vlot er voorbij rijden lijkt een utopie.
Er zijn drie situaties die ik vaak zie terugkomen:
Daar kunnen verschillende redenen voor zijn, misschien valt hij door zijn scheefheid op de binnenschouder en kan hij daardoor niet anders dan naar het midden afdwalen. In dat geval is rechtrichten natuurlijk de duurzaamste oplossing. Maar soms is de drang om naar het midden te komen ook psychologisch. Als jij bijvoorbeeld de gewoonte hebt om een vraag te komen stellen aan je instructeur in het midden en daar even stil te staan, of je stalgenootje vertelt over haar weekend en jullie staan even stil in het midden van de piste,… Gaat het lichtje al branden? Dat wordt plots een fijne plek voor je paard, daar kan hij even rusten. Dit is de plek waar hij zich fijn en comfortabel voelt, dus is het logisch dat hij ernaartoe neigt.
Ook dat zien we vaak. Als je naar de uitgang van de piste toe rijdt kan het plots een versnelling hoger, maar er voorbij zien te komen is misschien problematischer?
Waarschijnlijk is dit ook erg herkenbaar voor je, hij plakt tegen je binnenbeen en -hand en maakt een wel erg onscherpe hoek. Ook dat doet hij echt niet om je te pesten. Er zijn verschillende opties. Misschien mijdt hij de hoeken omdat hij er het nut niet van inziet. Voor hem is het afsnijden van de hoeken echt wel logisch, want dat is de makkelijkste weg om te komen waar hij uiteindelijk toch moet zijn. Het is ook mogelijk dat om de een of andere reden hij zich hier oncomfortabel voelt. Misschien is hij hier ooit erg geschrokken van iets, of hoort hij geluiden die hij niet kan plaatsen.
Als je het niet zelf meegemaakt hebt, heb je het zeker al bij anderen voorbij zijn komen. Er is echter een vrij simpele oplossing. Je laat het paard toe te gaan waar hij wil gaan, maar je vraagt tegelijk ook iets wat hij moeilijker vindt. Bij een traag paard zou dit bijvoorbeeld kunnen zijn om te versnellen. Je voelt dat hij graag naar het midden wil, in plaats van ruzie te maken en te trekken naar de buitenkant toe, laat je hem afdraaien, maar vraag je hem tegelijk wel om te versnellen. Als hij dan terug de richting uitgaat die jij graag uit wilde kan je hem terug laten vertragen als dankjewel. Je kan net hetzelfde idee toepassen op het probleem met de poort. Ga bewust naar de poort en blijf daar even rond rijden, vraag hem moeilijkere oefeningen, achterhand verzetten, voorhand verzetten, kleine cirkels draven,…BELANGRIJK, je doet het met een positieve attitude! (Wel: He ja wat een leuk idee die poort, is een fijn plekje om onze verzamelde draf te oefenen. NIET: rotknol, ik zal wel zorgen dat je spijt hebt dat je naar hier wilde komen). Voel je dat dit iets beter lukt, rijdt dan weg van de poort en laat hem daarna rusten. Probeer ook bewust je sessie af te sluiten WEG van de poort. Je kan ook heel bewust het rustpunt verleggen, eigenlijk is dit een beetje gelijk aan het vorige voorbeeld, maar in plaats van de focus te leggen om wat hij wilt moeilijker maken, maak je hetgeen hij vermijdt net aantrekkelijker. Dat principe kan je bijvoorbeeld toepassen in de hoeken. In plaats van te doen wat hij verwacht en zinloos almaar de hoeken door te rijden, maak je bijvoorbeeld van je hoeken het nieuwe rustpunt, laat hem af en toe in de hoek staan en even uitblazen. Snel genoeg zal hij zijn hoeken beter uitrijden omdat hij weet dat er af en toe een mogelijkheid komt tot rust/een koekje/een krabbel,…